Themazondag: de zorg voor elkaar

Op zondag 24 maart 2024 wordt in de Kumpulan van Bronbeek weer een Themazondag gehouden met vier lezingen en een uitgebreide lunch. Er zijn nog tickets beschikbaar. Het onderwerp: de zorg voor elkaar. 

Programma

10.00 – 11.00      Ontvangst met koffie of thee en spekkoek
11.00 – 11.05      Opening door dagvoorzitter Ralph Kneefel
11.05 – 11.35      Renske Walsarie Wolff: Begripvol zorgen: echo’s uit Nederlands-Indië
11.35 – 12.05      Ingrid Kockx: De stille kracht van mijn Indische moeder

12.05 – 14.00      pauze met Indisch lunchbuffet

14.00 – 14.30      Jessica Apon: De titel wordt later bekend gemaakt
14.30 – 15.00      Bert van Geel en Andreas Tan: Hoe kunnen we de gezondheidszorg in Indonesië ondersteunen?
15.00                   Afsluiting door dagvoorzitter Ralph Kneefel
 

Sprekers

Renske Walsarie Wolff is parttime werkzaam bij ARQ Kenniscentrum Oorlog, Vervolging en Geweld. Dit kenniscentrum ondersteunt het zogeheten WO2-veld en getroffenen van oorlog en geweld (waaronder ook veteranen) met o.a. praktisch beleidsonderzoek en kennisverspreiding. Ze is betrokken bij de videoleerlijn voor zorgverleners over passende zorg voor Indische en Molukse ouderen. Verder is zij eigenaresse van Senang consultancy, via wie zij zorgen welzijnsorganisaties adviseert en projectmanagement voert.

Ingrid Kockx was als verpleegkundig specialist in een huisartsenpraktijk in Almelo vaak betrokken bij de complexe ouderenzorg. Ze kon daarbij haar Indische-Nederlandse roots goed inzetten. Het Indisch-zijn herkennen en daarmee erkennen dat intergenerationele (Indische) oorlogstrauma’s onbewust doorgegeven kunnen worden. Ze was mantelzorger bij de terminale zorg voor haar Indische moeder.

Jessica Apon is traumatherapeut en gespecialiseerd in intergenerationeel trauma- en familieopstellingen. Als eigenaar van Clarity in Chaos werkt ze als trainer en systematisch therapeut. Bij Stichting Pelita is ze projectleider Kennis en Kunde.

Bert van Geel is chirurg, oncoloog NP in Erasmus Medical Center en UIN Alauddin, Makassar (Indonesië). Samen met Andreas Tan belicht hij de (on-)mogelijkheden om Indonesische verpleegkundigen in Nederland officieel in te zetten bij zorginstellingen, waarbij ze helaas ook te maken kregen met malafide praktijken. Bert van Geel belicht de Diaspora Health in het algemeen en Andreas Tan het zorgaspect.

Dagvoorzitter is Ralph Kneefel, voorzitter Stichting Indisch Erfgoed.

De zorg voor elkaar

Tussen 1945-1965 kwamen er 300.000 tot 450.000 Indische Nederlanders naar Nederland, maar ook gedemobiliseerde Molukse KNIL-militairen en Chinezen die geboren en getogen waren in Nederlands-Indië (Peranakan). Echter kort na de Tweede Wereldoorlog had Nederland andere problemen waarvoor oplossingen moesten worden gezocht, dan de opvang van deze repatrianten. 

Goed bedoeld bedacht de Nederlandse overheid en ambtenaren op het ministerie van Maatschappelijk Werk dat de repatrianten zich moesten aanpassen aan de Nederlandse normen en waarden. Ze gaven het gestencilde Djangan Loepah ('niet vergeten') uit en koppelden de repatrianten aan maatschappelijk werkers of contractambtenaren van het Centraal Comité van Kerkelijk en Particulier Initiatief voor de Sociale Zorg ten behoeve van Gerepatrieerden (1950-1968). Maar ze vergaten dat de repatrianten Nederlands spraken en op de hoogte waren van de Nederlandse geschiedenis en geografie.

Omdat de opvang van de repatrianten niet altijd vlekkeloos verliep, deed de minister van Maatschappelijk Werk Marga Klompé op 11 januari 1958 op de radio een oproep:

Luisteraars, mag ik even uw huiskamer inkomen? Ik wil graag met u spreken over de huisvesting van de gerepatrieerden waarover ik grote zorg heb. U kent het standpunt van de regering. Al degenen die ginds weg moeten of weg willen, moeten de kans krijgen om naar Nederland te gaan, en hier door ons worden ontvangen. Luisteraars, wat ik u nu zou willen vragen, is dit. Overweeg vanavond nog, in elke geval dit weekend, of u in staat bent hier te helpen. Stel uw hart maar ook als het enigszins kan uw woning open.

In 1947 werd de Stichting Pelita opgericht, die zich als een symbolisch olielampje in tropische nachten inzette voor de maatschappelijke en praktische begeleiding van de eerste generatie Indische Nederlanders. De Molukse gemeenschap organiseerde de zorg voor elkaar in haar eigen gemeenschap. De Peranakan-Chinezen hebben zich niet als aparte groep afgezonderd, maar zijn dankzij hun hogere opleiding geïntegreerd in de Nederlandse samenleving.

In 1990 werd het Contactpunt Naoorlogse Generaties (CNG) opgericht voor de tweede en naoorlogse generaties met vragen over de geschiedenis van hun familieleden van de eerste generatie. Het CNG biedt hen psychotherapeutische hulp en kent samenwerkingsverbanden met onder andere Stichting Pelita en ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum.

Een bijzondere invalshoek is de Diaspora Health en de zorg voor de eerste generatie repatrianten door in Indonesië opgeleide en Nederlands sprekende verpleegkundigen met een aanstelling bij Nusantara zorg.